Grote jongens – deel 2
Als wijnliefhebber denk je bij het horen van het woord ‘magnum’ in eerste instantie natuurlijk niet aan een bepaald ijsje of een bepaalde tv-serie, maar aan de welbekende grote wijnfles. En na het lezen van deel 1 van dit artikel doen een aantal Bijbelse namen nu misschien ook aan wijn denken. Maar waarom bestaan er eigenlijk zulke grote flessen? En zijn dit alle grote flesmaten die er zijn?
Het kan nog groter en ook verwarrender
Om met dat laatste punt te beginnen: nee, er zijn nog meer formaten en zowel de inhoud als de naamgeving kan verschillen per wijngebied/-land. Enkele voorbeelden: in Champagne noemt men een fles van 3 liter Jeroboam, in Bordeaux heet ditzelfde formaat double magnum. Om het nog even wat onoverzichtelijker te maken: de fles van 4,5 liter die in Champagne Rehoboam heet, noemt men in Bordeaux juist Jeroboam….
In Bordeaux kent men ook nog de Marie-Jeanne: een fles met een inhoud van 2,25 liter, gelijk aan 3 normale flessen dus (een formaat dat in Champagne niet gebruikelijk is). Er zou ook nog een fles van 27 liter (36 standaardflessen) moeten bestaan, die wordt Primat of Goliath genoemd. Maar het kan nog groter: de Franse Wikipedia noemt zelfs nog een Adélaide van maar liefst 93 liter (dat zouden 124 flessen zijn) en een Sublime van 150 liter (een inhoud gelijk aan 200 flessen). Of deze laatste flessen ook echt bestaan of slechts mythe zijn is onduidelijk, maar als ze bestaan, zijn ze in elk geval zeer zeldzaam en zeer lastig te hanteren.
Doet het formaat er werkelijk toe?
Wat je rug betreft doet het formaat er zeker toe, want deze grote flessen zijn in de eerste plaats erg zwaar en onpraktisch groot. Ter illustratie: volgens het Comité Champagne weegt een volle Salomon (18 liter) zo’n 43 kg en is deze fles 85 cm hoog. Een volle Primat (27 liter) is helemaal een zware jongen met een gewicht van maar liefst 65 kg…. (moet je je nu even voorstellen hoe zwaar de Sublime is als hij inderdaad bestaat). Dit zijn dus geen flessen die je zo uit de losse pols uitschenkt: een stellage om de fles mee te kantelen en/of een paar man personeel kan zeker bij de grotere formaten geen kwaad.
Zo’n grote hoeveelheid (mousserende) wijn vraagt trouwens niet alleen om sterk personeel, maar ook om een heel sterke fles. Vandaar dat al deze grote formaten met de hand geblazen worden. Dit maakt deze flessen vrij kostbaar en daarom zit er statiegeld op de grotere flessen: wijnhuizen zien ze graag terug om ze opnieuw te kunnen gebruiken.
Nou zijn deze grote flessen dus zwaar en duur, maar hebben ze ook nog nut? Tot op zekere hoogte wel, want in grotere flessen oudert wijn langzamer dan in kleine flessen. Dit komt in hoofdlijnen doordat er in verhouding tot de wijn minder lucht in een grotere fles zit. Op zich prachtig, maar voor wijnhuizen is er (letterlijk) een groot bezwaar: wijn laten rijpen in die grote flessen is door hun fikse formaat en stevige gewicht gewoon enorm onpraktisch. Om die reden wordt er doorgaans voor gekozen om wijn bestemd voor grotere flessen te laten rijpen op magnums. Dit formaat wordt gezien als ideaal voor flesrijping: groot genoeg om de rijping te vertragen, klein genoeg om hanteerbaar te blijven (en de flessen zijn ook nog eens betaalbaarder dan de grotere maten). De grotere flessen worden vervolgens gevuld met deze op magnums gerijpte wijn. Overigens komt de wijn tijdens dit vullen meestal weer in contact met zuurstof, wat het rijpingspotentieel van deze grote flessen alsnog beperkt.
Maar waarom zou je dan kiezen voor zo’n grote fles, als hij verhoudingsgewijs duur is, gezien zijn formaat enorm in de weg kan staan en ook nog eens lastig te tillen en uit te schenken is? In één woord: spektakel. Want je steelt natuurlijk wel lekker de show met zo’n grote jongen. En bijkomend voordeel: je hoeft op je feest voor de hele avond maar één fles wijn te openen…
(oktober 2016)