DRUIVENWEETJES: CHARDONNAY
‘Doe mij maar een Chardonneetje!’ Een veelgehoorde uitspraak op feestjes, op borrels en in de horeca. Klinkt prima, maar wist je dat je hiermee eigenlijk nog helemaal niet weet wat voor type wijn je zojuist besteld hebt? De chardonnay is namelijk een soort kameleon-druif: je kunt er zeer uiteenlopende stijlen wijn van maken, van beendroog, fris en mineralig (bijvoorbeeld Chablis) tot vol, rond en romig met tonen van vanille en toast. Hoe komt het nu dat de chardonnay blijkbaar zulke verschillende wijnen kan leveren? Dit komt deels door de druif zelf, en deels door de manier van wijnmaken.
De druif en zijn omgeving
De chardonnay een druif die van zichzelf niet enorm uitgesproken smaakkenmerken heeft. Hierdoor hebben het klimaat waarin de druif groeit en de bodem waarop de druivenstok staat relatief veel invloed op de uiteindelijke smaak van de druif. Toeval wil dat chardonnay een druivenras is dat zich zeer gemakkelijk aanpast aan zeer verschillende klimaten: van koele tot warme klimaten, deze druif groeit overal wel. Deze (zeer) verschillende klimaten hebben een (zeer) verschillende uitwerking op de smaakontwikkeling van de druif. Zo geeft de chardonnay in een koel klimaat een zeer frisse (zuurdere) wijn, terwijl hij in een warm klimaat juist tropische tonen (mango, perzik) ontwikkelt. Daarnaast is de bodem waarop de druivenstok staat van invloed. Vooral kalkgronden zorgen (met name in een koel klimaat) voor mooie minerale tonen in de wijn.
De methode van wijnmaken
Chardonnay is een van de weinige witte druivenrassen die zeer geschikt zijn om wijnen van te maken die op eikenhouten vaten kunnen rijpen. In zijn algemeen kan gezegd worden dat houtrijping ervoor zorgt dat de wijn meer zachte / vettere / romiger tonen krijgt, en er kunnen aroma’s ontstaan van toast, vanille, tropische vruchten en soms zelfs marsepein. In hoeverre dit gebeurt hangt o.a. af van hoe lang de wijn in het vat ligt, hoe groot het vat is, of er tussendoor geroerd wordt of juist niet (bâtonnage), of er nieuwe of al eerder gebruikte vaten ingezet worden en of alle wijn of slechts een deel van de wijn op hout rijpt (om kort te gaan: houtrijping heeft meer effect als deze langer duurt, bij gebruik van kleine vaten, nieuwe vaten en je proeft er meer van als alle wijn op hout rijpt).
Bovendien kiest de wijnmaker er nogal eens voor om de wijn van de chardonnay te mengen met wijn van een andere druif, de wijnmaker maakt dan een zogenaamde blend of assemblage. De chardonnay laat zich goed combineren met diverse andere witte druivenrassen. Vooral blends met sauvignon blanc, colombard of viognier komen veel voor. Elke druif die met de chardonnay gemengd wordt heeft natuurlijk zijn eigen invloed op het eindresultaat, zo zijn blends van chardonnay en sauvignon blanc wat frisser en een blend van chardonnay en viognier is doorgaans juist wat voller en fruitiger.
Tot slot
Voordat je nu nooit meer om een ‘Chardonneetje’ durft te vragen in de horeca of op een feestje, hierbij nog even een troost: 9 van de 10 keer is de wijn die geschonken wordt bij deze bestelling een ronde, volle houtgerijpte Chardonnay. Dit is namelijk de meest populaire stijl en tevens in de Nederlandse horeca het meest voorkomende type wijn van chardonnay. Afhankelijk van de herkomst en productie zal zo’n wijn de ene keer wat romiger/voller smaken en de andere keer juist ietsje fruitiger of slanker. En nu weet jij dus hoe dat komt…
(maart 2012)