Druivenweetjes: Carmenère
Het zal je maar gebeuren: met enige regelmaat aangezien worden voor je broer of zus… Blauwe druif Carmenère weet als geen ander hoe dit is. Tegenwoordig is deze druif op wijngebied de grote trots van Chili, maar ruim 20 jaar geleden stonden de zaken er heel anders voor. Alhoewel Carmenère al sinds het einde van de 19e eeuw aangeplant staat in Chili, en op flinke schaal ook, werd deze druif al die tijd aangezien voor Merlot. Pas in 1994 ontdekte men dat enkele stokken Merlot waarschijnlijk helemaal geen Merlot, maar Carmenère waren. Nadat DNA-onderzoek dit bevestigde, bleek zelfs dat een groot deel van de Merlot aanplant in Chili eigenlijk Carmenère was.
Dat was natuurlijk even schrikken, maar inmiddels hebben de Chileense wijnbouwers Carmenère omarmd als hun unieke druif. Nergens ter wereld staat deze druif zoveel aangeplant als in Chili. De oorsprong van Carmenère ligt in de Franse wijnregio Bordeaux, maar daar komt hij tegenwoordig nog maar heel beperkt voor. Op zeer kleine schaal kom je hem verder tegen in Australië, Argentinië, Californië en Noordoost-Italië. Het vermoeden bestaat overigens dat in Italië meer Carmenère aangeplant staat dan men weet, omdat hij ook hier waarschijnlijk aangezien wordt voor Merlot en ook voor Cabernet franc.
Hoe al die verwarring kan ontstaan? Dit komt doordat Carmenère familie is van zowel Merlot als Cabernet franc. Om precies te zijn: Merlot is een halfbroer (of –zus natuurlijk) van Carmenère en de ouder die ze samen delen is Cabernet franc (de andere ouder van Carmenère is Gros Cabernet, een ras dat nu niet meer voorkomt). Zoals binnen families wel vaker gebruikelijk is, vertoont Carmenère aardig wat overeenkomsten met deze beide familieleden en dat kan dus voor de nodige identiteitsverwisselingen zorgen.
Maar goed, ondanks al deze familieperikelen heeft Carmenère nu zijn ideale thuis en zijn welverdiende faam gevonden in Chili. Omdat deze druif niet zo goed tegen vochtige klimaten kan en bovendien nogal laat rijpt, voelt hij zich optimaal op zijn plek in het warme, droge Chileense klimaat. Hier geeft hij ronde wijnen die barsten van de zwarte en blauwe besjes, met daarnaast aroma’s van pruimen, chocolade en/of koffie en een mooie kruidigheid. Lekker om te drinken bij een gegrild stuk rood vlees (of zomerse of winterse barbecue), bij kruidige gerechten of als glas op zich naast een haardvuurtje.