KOKEN MET WIJN

 

Regelmatig ontvangen wij wijnvragen van lezers van de nieuwsbrief. Van Bernadet ontvingen we de volgende vraag: “In december drink ik graag warme wijn. Die koop ik in een (goedkope) kant-en-klaar fles, maar eigenlijk wil ik ‘m wel graag zelf kunnen maken. Welke wijnen zijn geschikt om bisschopswijn van te maken? Ofwel: welke wijnen mogen verwarmd worden? En heb je misschien een recept van bisschopswijn? ”

 

Om bij de laatste vraag te beginnen: een recept voor bisschopswijn en voor glühwein vind je onderaan dit artikel. Nu hebben we alleen nog een geschikte fles wijn nodig om in de bisschopswijn te gooien. Bovendien is dit niet het enige recept waarin wijn verwarmd moet worden. Denk maar eens aan een (rode of witte) wijnsaus, een stoofschotel met wijn of een wijngelei….. Welke wijn kies je hiervoor? Met deze 4 tips in het achterhoofd kan er weinig misgaan:

 

Tip 1: neem een lekkere wijn

Klinkt logisch, wordt in de praktijk nogal eens vergeten. Kies als je kookt met wijn altijd voor een wijn die je lekker vindt en die je los ook zou drinken. Dit om de volgende redenen: a) de wijn proef je terug in het gerecht dat je maakt. Daar wil je wel wat lekkers in proeven natuurlijk; b) aangezien je de smaak van de wijn dus in je gerecht terug proeft, kun je eenvoudig een mooie wijn-spijs combinatie maken door de wijn die je in het recept gebruikt hebt, ook bij het eten te schenken. Onnodig te zeggen dat die wijn dan ook wel te drinken moet zijn….; c) Het komt nogal eens voor dat er slechts een à twee glazen wijn in een recept gaan. Blijft de rest van de fles dus over om lekker zelf op te drinken!

 

Tip 2: kies voor een droge wijn

Staat in een recept alleen dat je rode of witte wijn moet gebruiken (zonder verdere aanduiding van smaak of soort) dan wordt altijd een droge wijn bedoeld. Zelfs voor het maken van de lichtzoete bisschopswijn kies je voor een droge rode wijn. De uiteindelijke zoetheid krijg je door de toevoeging van suiker, zodat je naar eigen smaak kunt bepalen hoe zoet je gerecht wordt.

Kies alleen voor een zoete wijn wanneer in het recept vermeld staat dat je een zoete wijn of een  muskaatwijn moet gebruiken.

 

Tip 3: ga voor medium

Kiezen voor medium betekent eenvoudigweg: vermijd de uitschieters in prijs en smaak, dan zit je doorgaans wel goed.

Gebruik geen supergoedkope wijn, want dit is bijna altijd wijn met weinig smaaknuance. Verwarm je zo’n wijn, dan verdwijnt de smaak bijna helemaal. Waarom zou je dan wijn gebruiken? Neem echter ook zeker niet je duurste topwijn voor warme bereidingen! Bij verwarming verandert de smaak van de wijn en verdwijnt een deel van de smaaknuances. Wil je optimaal kunnen genieten van de mooie smaak van je topwijn, dan kun je deze dus veel beter gewoon opdrinken.  

 

Goedkoop en duur zijn natuurlijk relatieve begrippen. In zijn algemeen kan wel gezegd worden dat flessen vanaf een euro of 4 doorgaans voldoende smaak(nuance) hebben om verwarmd te kunnen worden. Wat voor jou (te) duur is, bepaal je helemaal zelf.

 

Voor wat betreft de ‘medium’ smaak: probeer de extremen in smaak te vermijden. Een wijn met erg veel tannine bijvoorbeeld kan er bij verwarming voor zorgen dat de saus of stoof een wat bittere smaak krijgt. Wijnen met erg veel tannine zijn (rode) wijnen die een heel stroef gevoel in je mond geven, zoals wijnen van de druif Nebbiolo (Barolo, Barbaresco, etc.), Tannat (zuidwest Frankrijk) en sommige wijnen van de Cabernet Sauvignon. Vermijd ook wijnen die haast een beetje zoetig smaken, zoals Pinot Gris uit de Elzas en veel wijnen van de Zinfandel uit Californie (zie tip 2).

 

Tip 4: altijd voorproeven!

Voordat je de wijn in de pan schenkt, moet je hem altijd voorproeven. Een wijn kan nu eenmaal vervelend smakende gebreken vertonen, zoals kurk (muffe lucht) of azijnsteek (scherpe, zure geur). Dit zijn smaken die je natuurlijk niet in je gerecht wilt hebben.

 

 

 

WIJN RECEPT: GLUHWEIN

 

Kou, regen, hagel, harde windvlagen, sneeuw en ijzel…. Brrr! Het weer bij uitstek om je even lekker op te warmen aan een gloeiende mok met glühwein. Die kun je natuurlijk kant en klaar in een fles in de supermarkt kopen, maar het is veel lekkerder om deze kruidige winterse drank eens zelf te maken. Bijkomend voordeel: een heerlijke geur door het huis!

 

Omdat smaken verschillen, is er niet 1 ultiem recept voor glühwein te schrijven. Hieronder geven we daarom een basisrecept dat je als uitgangspunt kunt nemen. Experimenteer gerust door meer of minder van bepaalde ingrediënten te gebruiken, andere ingrediënten toe te voegen aan dit recept of juist ingrediënten te schrappen.

 

Ingrediënten glühwein

 

–          1 fles rode wijn

–          1 kaneelstokje

–          4 kruidnagels

–          1 citroen, schoongeboend

–          2 el suiker

–          Naar wens eventueel een scheutje cognac of 1 steranijs

 

 

Bereiding

 

Kerf de citroen op meerdere plaatsen in en steek de kruidnagels hierin. Giet de wijn in een pan en voeg de overige ingrediënten toe. Verwarm de wijn rustig, laat deze niet koken (de wijn mag niet heter worden dan zo’n 70 graden Celsius, omdat daarboven de alcohol al gaat verdampen). Laat het geheel vervolgens op laag vuur zo’n 15 tot 30 minuten trekken. Giet de glühwein door een zeef en serveer hem warm.

Serveer je de glühwein in glazen, zorg er dan voor dat je deze voorverwarmt. Ze zouden anders mogelijk kunnen breken wanneer je de hete glühwein inschenkt. Gebruik geen aluminium pan, want aluminium zal de glühwein een wat metalige smaak geven.

 

 

Variatietips:

 

1. Verander de glühwein in bisschopswijn door de citroen te vervangen door een sinaasappel en naar smaak wat nootmuskaat in het glas te raspen (je kunt er natuurlijk ook voor kiezen zowel citroen als sinaasappel te gebruiken).
2. Voeg naar smaak eens een (extra) scheut cognac of port toe.
3. Je kunt de citroen of sinaasappel ook in plakjes snijden en zo toevoegen of alleen de schil gebruiken (voeg dan de kruidnagels los toe). Indien gewenst kun je ook het sap van de citroen of sinaasappel gebruiken.

 

(december 2012)